Documenten

STICHTING TOT BEHOUD VAN DE OUDE KERK

JAARVERSLAG 2018

Nadat in het voorjaar van 2015 op het dak van de Oude Kerk in Amsterdam een immens
dakterras was verrezen, luidde een aantal klokkeluiders de noodklok en verscheen aan de
toren een spandoek met de tekst ‘DE OUDE KERK HUILT’.1
Toen de Oude Kerk in 1951 gesloten moest worden wegens instortingsgevaar, is in 1955 de
Stichting de Oude Kerk (StOK) opgericht om de destijds in slechte staat verkerende Oude
Kerk te restaureren en voor de eredienst te behouden. Na een zeer zorgvuldige restauratie en
decennialange herstelwerkzaamheden werd de kerk in 1979 weer in haar geheel
opengesteld. Zonder dat hier enige financiële noodzaak toe was, is het beleid van de
Stichting de Oude Kerk er sinds enkele jaren echter vooral op gericht het kerkgebouw te
exploiteren als tentoonstellingshal voor hedendaagse kunst, waarbij de kerkgemeente steeds
meer in een hoek wordt gedrukt en de aandacht voor de monumentale waarden naar de
achtergrond lijkt te verdwijnen.
Toen kort na het luiden van de noodklok de stichting Vrienden van de Oude Kerk werd
opgeheven en in de StOK geïncorporeerd, heeft een aantal vrienden dat zich hier niet in kon
vinden uit bezorgdheid over de toekomstplannen en het beheer van het monument, zich
verenigd in het actiecomité ‘Echte Vrienden van de Oude kerk’. Zij organiseerden een petitie
en schreven een Open brief naar Het Parool.2 Uit dit actiecomité is nu de stichting tot
Behoud van de Oude Kerk voortgekomen.

De muze verstomt
In de Oude Kerk worden al tientallen jaren tentoonstellingen gehouden, maar de laatste tijd
zijn de kunstprojecten vaak zo opdringerig aanwezig, dat ze de beleving van de architectuur
geweld aan doen. Stuk voor stuk zijn het grootschalige manifestaties, die zo’n grote impact
hebben op het bouwwerk, dat ze afbreuk doen aan de monumentale waarden. Uit al deze
projecten en installaties spreekt weinig begrip voor het bijzondere karakter van de Oude
Kerk, dat met het Stadhuis op de Dam en de Portugese synagoge toch tot de drie
belangrijkste monumenten van Amsterdam behoort. De kunstwerken verstoren de stilte of
onttrekken aan het gebouw de speciale lichtval, die in dit gotische bouwwerk zo’n
belangrijke rol speelt. Het gevolg hiervan is dat het eigenlijke kunstwerk – de Oude Kerk zelf
– niet langer de kans krijgt om te spreken; de muze van de Oude Kerk verstomt.

Vrijwel nooit staan de tentoongestelde kunstwerken op zichzelf in die zin dat zij ook in een
andere ruimte tot hun recht zouden komen. Integendeel, zij ontlenen hun waarde aan de
monumentale omgeving en parasiteren zo op de Oude Kerk, terwijl zij die stilaan van haar
‘leven’ beroven. Voor al deze werken geldt dat zij hun kunstgehalte geheel ontlenen aan de
vorm en betekenis van de monumentale omgeving; stel je dezelfde objecten voor in een
grote gymzaal en er blijft weinig van over. Zo kon men de kerk in de zomer van 2017
nauwelijks meer betreden omdat de gehele kerkvloer was belegd met 333 goudkleurige
aluminium isolatiedekentjes, die de houten gewelven weerspiegelden. Ook de
tentoonstelling in de daaropvolgende winter kon bij het publiek niet op een veel waardering
rekenen; op tientallen grafzerken had de kunstenaar metershoge, met zwart landbouwplastic
overtrokken blokken opgericht, temidden waarvan kerkgangers maandenlang hun diensten
moesten houden. Het jaar daarop werd werd het geduld van bezoekers opnieuw op de proef
Door de rode filters voor de kerkramen waren de gebrandschilderde glas-in-loodramen,
plafondschilderingen en details van de architectuur nauwelijks meer te onderscheiden en
werd het licht- en schaduwspel, dat gewoonlijk in de kerk de hoofdrol speelt, volstrekt teniet
gedaan.

Oprichting van de stichting tot Behoud van de Oude Kerk
aanbrengen en vooruitlopend op de benodigde vergunning alvast was begonnen aan de
sloop van de houten betimmering, is in een groot Ronde tafelgesprek tussen de StOK en de
verschillende Amsterdamse monumentenorganisaties overeengekomen dat de exposities die
worden georganiseerd, niet mogen leiden tot aanpassingen aan het monument.3 Toen de
StOK in de zomer van 2018 echter toch voornemens was om als ‘aandenken’ aan de
tentoonstelling ‘Anastasis’ het glas-in-loodraam in de ruimte van het Heilig graf blijvend te
vervangen door een egaal rood raam, heeft het actiecomité van ‘Echte Vrienden’ een
rechtspersoon in het leven geroepen: de stichting tot Behoud van de Oude Kerk (sBOK).
Deze nieuwe stichting wil stem geven aan de bezorgdheid van de voormalige donateurs van
de stichting Vrienden van de Oude kerk, kerkleden, monumentenzorgers, muziekliefhebbers
en anderszins betrokkenen, die van oordeel zijn dat de plannen van de StOK om het
monumentale kerkgebouw tot een kunsthal voor hedendaagse kunst om te vormen, een te
grote impact heeft op het bestaande monument.

Doelstelling en statuten
Nadat op 19 juli 2018 een omgevingsvergunning voor het aanbrengen van rood vensterglas
was gepubliceerd, heeft de sBOK op 6 augustus haar oprichtingsvergadering gehouden.
Hierbij werden de statuten vastgesteld, waarin o.m. de doelstelling van de stichting staat
geformuleerd: de stichting streeft ernaar de monumentale waarden van de Oude Kerk, de
bestaande inventaris en de functie als kerk behouden en hoopt de plannen van de StOK in
een andere richting om te buigen, opdat ook anderen kunnen blijven genieten van de Oude
Kerk zoals die na de grote restauratie van de afgelopen decennia aan ons is overgeleverd.
Behalve in een platform voor ‘Echte vrienden’ wil de nieuwe stichting trachten te voorzien in
de leemte die is ontstaan door de statutenwijziging 2015 van de StOK, waardoor de aan de
stichting verbonden monumentendeskundigen impliciet buiten spel zijn gezet.
Op 19 augustus 2018, precies een maand na de bekendmaking van de vergunning, zijn de
statuten vastgelegd bij de notaris, waarna de stichting tot Behoud de volgende dag is
ingeschreven in het Handelsregister (KvK). In de statuten wordt ook rekening gehouden met
de wens van de stichting om in aanmerking te komen voor de zogenaamde ANBI-status.

Heilig graf
Het Heilig graf is een kleine ruimte aan de noordkant van de Oude Kerk, die vooral bekend
is van het bijzondere gotische baldakijn dat zich in de ruimte bevindt. De ruimte is
omstreeks 1515 aan de kerk aangebouwd om plaats te bieden aan een uitbeelding van de
laatste scene uit het passieverhaal door een levensgrote beeldengroep van de graflegging en/
of bewening van Christus.4
Deze ruimte was van de kerk afgesloten door een deur en normaliter niet toegankelijk. Op
gezette tijden – met name in de Passietijd en op vrijdag vóór Pasen, de dag dat Christus is
gestorven – werden twee met luiken geblindeerde kijkvensters naar de ruimte van het Heilig
het Heilig graf en aanschouwen hoe Christus door zijn moeder en enkele van zijn leerlingen
te grave werd gelegd. De verering van dit – aan het genre van de Piëta verwante – tafereel
was een typisch laat-middeleeuwse vorm van privédevotie, die geen deel uitmaakte van de
officiële liturgie.

In de periode tussen de Beeldenstorm (1566) en de Alteratie (1578) zijn het graf en de
beeldengroep verloren gegaan, maar behalve het gotische baldakijn boven het graf en de
twee kijkvensters in de wand met het Noorderportaal resteert van dit ensemble nog een
uniek, zogenaamd ‘leep’ venster, dat speciaal was ontworpen om de beeldengroep in deze
donkere ruimte aan te lichten.5 Dit natuurstenen venster heeft een heel typisch vormgegeven
vensteromlijsting en -stijlen, die erop gericht zijn in deze op het noorden gelegen, donkere
ruimte zoveel mogelijk (indirect) licht toe te laten – een effect dat nu door het aanbrengen
van het rode glas teniet is gedaan.

Ooit van rode paasversiering gehoord?
Ter gelegenheid van de zomertentoonstelling van de StOK (2018), had beeldend kunstenaar
Giorgio Andreotta Calò voor alle vensters van de Oude Kerk rood folie had aangebracht
waardoor het bouwwerk in een rode duisternis was gehuld. Nadat kerkgangers maandenlang
genoodzaakt waren in deze omgeving hun diensten te houden en talloze bezoekers, die naar
de Oude kerk waren gekomen in de veronderstelling het kerkgebouw en de daarin
aanwezige kunstschatten te kunnen bekijken, bedrogen uitkwamen omdat ze nauwelijks iets
konden zien, heeft de StOK in september 2018 als ‘herinnering’ aan dit grootschalige
kunstproject in het lepe venster van het Heilig graf een rood glas-in-loodraam aangebracht.
Bij oplevering van het rode raam bleek dat ook de twee kijkvensters in de westwand van de
ruimte (zonder vergunning) zijn dichtgezet, waardoor er geen ander licht meer naar binnen
valt en de gehele ruimte in een egaal rood licht is gehuld.

De kunstenaar gaf deze installatie de titel ‘Anastasis’ – Grieks voor (Christus’) Opstanding of
Verrijzenis. Volgens de ‘toelichting’ bij het kunstwerk, gepubliceerd op de website van de
StOK, is de Heilig Grafkapel van de Oude Kerk gebouwd ‘als replica van de Heilig Grafkerk
in Jerusalem’. Ook daar zou rood licht branden.6
Nu is er veel over het Heilig graf in de Oude Kerk te zeggen, maar noch qua vorm noch
inhoudelijk bestaat er enige overeenkomst met de Heilig Grafkerk of -kapel in Jeruzalem. In
de Oude Kerk bestond voor de Alteratie wel een Heilig grafkapel vergelijkbaar met die in
Jeruzalem, maar deze bevond zich niet aan de noord- maar aan de oostkant van de kerk,
recht achter het koor.
Verder brandt er in vrijwel elke katholieke kerk rood licht om aan te geven waar het
‘Lichaam van Christus’ zich bevindt. In oosters orthodoxe kerken worden zelfs vaak
meerdere rode lampen gebrand rond verschillende vereerde plaatsen, maar juist op het lege
graf in de Heilig Grafkapel in Jeruzalem brandt ten teken van het feit dat Christus is
opgestaan een witte kaars. Volgens de bijbel straalde Christus na zijn Opstanding namelijk
‘als een bliksemschicht’ en was ‘zijn kleed wit als sneeuw’ (Mattheus 28,3). Om die reden is
de liturgische kleur voor de ‘Anastasis’ is dan ook niet rood, maar wit.

Aan de buitenzijde is het rode vensterglas goed zichtbaar in de bijzondere renaissancegevel
(1515), die een van de vroegste, zo niet dé vroegste gevel is met renaissancekenmerken in
ons land. Het rode raam verstoort bovendien de harmonie van het grotere gevelbeeld, waarin
alle andere vensters een zelfde zilvergrijze kleur hebben.
Doordat de ruimte van het Heilig Graf pal op het noorden ligt, schijnt de zon hier eigenlijk
nooit naar binnen. Bovendien wordt de ruimte verduisterd door bebouwing aan de overzijde
van de Enge Kerksteeg. Voor zover bekend heeft is in dit raam nooit eerder gebrandschilderd
glas aangebracht.7 Vanwege de ‘oriëntatie’ op het noorden is het ook niet waarschijnlijk dat
in dit raam ooit gekleurd glas heeft gezeten. De bijzondere vormgeving van het ‘lepe venster’
in de noordgevel van deze ruimte was er juist geheel op gericht om in deze donkere ruimte
toch zoveel mogelijk licht toe te laten.

Door het aanbrengen van het rode glas is de bijzondere lichtval in de ruimte van het Heilig
graf verloren gegaan en valt de detaillering van het rijkversierde baldakijn, dat door dr H.
Janse in zijn monografie over de Oude Kerk (2004) mede vanwege de stijlovergang van
gotiek naar renaissance een unicum wordt genoemd, niet meer goed te bekijken. Het rode
vensterglas verduistert de ruimte van het Heilig graf ingrijpend en is daarom intrinsiek
tegengesteld aan de (eveneens) unieke vormgeving van dit venster.
De door de kunstenaar zo aangeduide ‘knipoog’ naar de rode ramen aan de overzijde van de
straat en de rosse buurt in de nabije omgeving, berokkent bovendien schade aan de
integriteit van het godshuis.
Doordat het rode raam in het Heilig graf aan binnen- en buitenzijde duidelijk zichtbaar is en
het zowel de ruimte als de betekenis daarvan sterk verduistert, doet het dus afbreuk aan de
monumentaliteit van de architectuur van de kerk.

Ook de gemeentelijke afdeling Monumenten en Archeologie heeft bij herhaling geadviseerd
het blanke glas in het venster niet door rood glas te vervangen. Dit advies is echter
‘overruled’ door de in Amsterdam gecombineerde welstands- en monumentencommissie
(CRK), die haar beoordeling behalve op het monumentenadvies tevens fundeerde op een
advies van de gemeentelijke kunstcommissie.

Bij dit alles komt nog dat de gemeente de vergunning voor het Rode raam, die aanvankelijk
was verleend ten behoeve van een tentoonstelling, nu heeft verlengd tot een vergunning voor
‘onbepaalde tijd’, wat betekent: zonder einddatum.
In het kader van een experiment mag onze ‘muze’ zich bij tijd en wijle heus enige tijd achter
een wolk verschuilen of in een hoekje zitten kniezen tot zij – door het licht – weer tot leven
wordt gewekt, maar als het resultaat tegenvalt – het effect van het glas is donkerder en meer
egaal dan verwacht de – en blijkt dat de betekenis achteraf beschouwd niet erg goed is
doordacht – , kan het toch niet de bedoeling zijn haar blijvend haar stem te ontnemen?

Bezwaar- en beroepsprocedure Rode raam
Omdat het rode glas dus sterk afbreuk doet aan de monumentale waarde van de bijzondere
renaissancegevel, van het interieur van de kapel en van het unieke ‘lepe venster’ in het
bijzonder, heeft de stichting tot Behoud van de Oude Kerk op 22 augustus 2018 bezwaar
aangetekend tegen het plan voor de vervanging van het blanke glas in lood en zet zij zich in
om dit ‘reversibele’ raam, dat – volgens de verleende vergunning slechts – ‘in het kader van
een tentoonstelling’ – is aangebracht, weer zo snel mogelijk te verwijderen.

Op 7 september daaropvolgend heeft de stichting haar bezwaargronden aan de gemeente
kenbaar gemaakt. Op 9 oktober vond een zitting van de gemeentelijke
bezwaarschriftencommissie plaats, waaraan onze stichting samen met de bond Heemschut
en de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB) heeft deelgenomen.

In haar beslissing op bezwaar d.d. 4 december 2018 heeft de gemeente de bezwaren van de
verschillende organisaties echter niet gehonoreerd. Bovendien achtte de
bezwaarschriftencommissie het bezwaar van sBOK niet ontvankelijk, omdat de stichting
afgezien van het indienen van het bezwaar tegen het rode raam nog weinig andere
activiteiten had ontplooid, en geen juridische en feitelijke zeggenschap heeft over het object
waarop haar belangen betrekking hebben. Dat laatste argument lijkt nogal arbitrair,
aangezien de andere bezwaarmakende instanties evenmin zeggenschap over de Oude Kerk
hebben en de wet nergens stelt dat een belanghebbende juridische en feitelijke zeggenschap
moet hebben over het object waarop haar belangen betrekking hebben. Tegen het argument
dat de sBOK nog niet lang genoeg bestaat, heeft de stichting ingebracht dat zij door de
(misleidende) formulering van de (monumenten)aanvraag voor de vervanging van het raam
en de onjuiste ‘Kennisgevingen’ hiervan lange tijd op het verkeerde been is gezet. Pas nadat
op 19 juli 2018 de Omgevingsvergunning werd gepubliceerd, bleek dat de Oude Kerk de
intentie had om het bestaande raam voor langere tijd door een rood raam te vervangen.

Vanwege het feit dat de gemeente het bezwaar van de stichting tot Behoud van de Oude
Kerk heeft afgewezen en niet ontvankelijk verklaard, heeft de sBOK 16 januari 2019 beroep
aangetekend tegen het rode raam bij de Rechtbank Amsterdam. De gronden hiervoor werden
14 februari j.l. aangeleverd. Ook de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad is
tegen de beslissing op bezwaar in beroep gegaan.

Pamflet
Nadat haar oprichting heeft de sBOK het pamflet ‘Red de Oude Kerk!’ verspreid om
betrokkenen te informeren over de demontage van kerkmeubilair dat op 25 juli 2018 zonder
vergunning uit de Oude Kerk was verwijderd (bijlage 1). In dit pamflet sprak de Stichting tot
Behoud tevens haar zorgen uit over de opheffing van de Monumentencommissie Oude Kerk,
een overleg van verschillende Amsterdamse erfgoedorganisaties met de StOK, dat in 2014
speciaal in het leven was geroepen om verbouwplannen van de Oude Kerk voorafgaand aan
de gemeentelijke vergunningsverlening te kunnen beoordelen en met de StOK te bespreken.

Nieuwsbrief
Op 1 oktober 2018 heeft de stichting haar eerste Nieuwsbrief laten uitgaan waarin zij haar
oprichting wereldkundig maakte en de ‘Echte Vrienden’ vroeg haar doelstelling te
ondersteunen (bijlage 2). Hierop is een klein startkapitaal ontvangen, waaruit de
oprichtingskosten, de inschrijving in het Handelsregister en – in 2019 – de griffierechten voor
de rechtszaak tegen het rode raam in de Heilig grafkapel zijn betaald.

Website
Sinds begin 2019 beschikt de stichting tot Behoud van de Oude Kerk ook over een eigen
website (www.behoudekerk.nl) waarop, behalve artikelen over de geschiedenis van en
actuele ontwikkelingen rond de Oude Kerk, ook de jaarverslagen en financiële verslagen
worden gepubliceerd.

Publicaties 2018
- In het augustusnummer van het tijdschrift Binnenstad 2018 heeft Juliet Oldenburger een
pleidooi geschreven tegen het rode raam van de Oude kerk (Binnenstad nr. 287-288 (mei/
aug 2018, p. 48-51).
[ https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/binnenstad/287/oudekerk.html ]

- In het oktobernummer van Binnenstad 2018 verscheen een kort artikeltje van onze
secretaris over het advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed inzake de plaatsing
van het rode raam (Binnenstad nr 289, sept/okt 2018, p. 76).
[ https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/nieuws/index.html?nieuws=143 ]

- In het oktobernummer van de buurtkrant d’Oude Binnenstad 2018 stond een stuk van
Herman Vuijsje over de Oude Kerk als voorbeeld van Erfgoed in de uitverkoop (d’Oude
Binnenstad, 29ste jrg. nr. 3, okt. 2018, p. 11).
[ https://www.oudebinnenstad.nl/wp-content/uploads/2018/11/OB2018.3.7.pdf ]

- In het decembernummer van het tijdschrift Binnenstad 2018 heeft Bas Vermeij een artikel
gepubliceerd over de introductie van St Nicolaas – patroonheilige van de Oude kerk – in
Amsterdam (Binnenstad nr. 290, nov./dec. 2018, p. 85-86).
[ https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/binnenstad/290/sinterklaas.html ]


De voetnoten zullen door de redactie worden aangevuld
Share by: